Vlaggensysteem
Wanneer gaat gezond seksueel experimenteergedrag over in licht of zelfs zwaar grensoverschrijdend gedrag? Hoe reageer je op seksueel gedrag van kinderen en jongeren? En hoe leer je ze wat wel en niet oké seksueel gedrag is?
Het Vlaggensysteem is een succesvolle methodiek om seksueel gedrag van kinderen en jongeren te duiden en er adequaat op te reageren. De methodiek is ontwikkeld door het Belgische Sensoa in samenwerking met Movisie. In het Vlaggensysteem wordt seksueel gedrag van kinderen en jongeren gekoppeld aan zes criteria (wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, ontwikkeling, context en zelfrespect) en vier gekleurde vlaggen (van groen, gezond gedrag, tot zwart, zwaar grensoverschrijdend gedrag).
Tijdens de training wordt kennis over de seksuele ontwikkeling gedeeld en besteden we aandacht aan waarden en normen rond het thema seksualiteit.
We gaan aan de hand van casuïstiek oefenen om de criteria uit het Vlaggensysteem toe te passen, zodat je na de training de methodiek kan gebruiken in je eigen werk of opvoeding.
Werken met de Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming
In de training is er aandacht voor de ontwikkeling van de richtlijnen en hoe deze tot stand komen. Tijdens de training wordt er geoefend met de verschillende richtlijnen om zo de werkzame factoren te belichten. Jij wordt meegenomen in de manier om samen met ouders te zorgen voor passende hulp voor het kind en het gezin, zodat jij gebruik kunt maken van de wetenschappelijke en praktijkgerichte kennis om deze toe te passen in de praktijk van de jeugdzorg en jeugdbeschermer. In de training kan er gebruik worden gemaakt van de kennis die jij al hebt en de kennis van de trainer door eigen casuïstiek in te brengen.
Werken met gezinnen met complexe problemen en versterken van ouderschap
Tijdens de training staat de richtlijn 'Gezinnen met meervoudige en complexe problemen’ centraal. De definitie en kenmerken van gezinnen met meervoudige en complexe problematiek worden behandeld. Daarnaast is er ruime aandacht voor de houding van de jeugd- en gezinsprofessional.